De Rijksakademie van beeldende kunsten is in 1870 opgericht door Koning Willem III en is de opvolger van de Koninklijke Academie (19de eeuw), de Stads Teekenacademie (18de eeuw) en de Konstkamer (17de eeuw). In het verleden waren kunstenaars als Jan Toorop, Berlage, G.H. Breitner, Piet Mondriaan, Constant, Karel Appel en vele anderen verbonden aan de Rijksakademie. Meer recent onder anderen Meschac Gaba, Liza May Post, Georgina Starr, Berend Strik, Fiona Tan en Marijke van Warmerdam.
In 1992 verhuisde de Rijksakademie van de Stadhouderskade naar de voormalige Kavallerie-kazerne aan de Sarphatistraat. Het gebouw werd gerenoveerd en verbouwd ten behoeve van de huidige functie.
Sinds november 1999 is de Rijksakademie van beeldende kunsten verzelfstandigd; de Stichting Rijksakademie wordt gefinancierd door de sectie Cultuur van het Ministerie van OCenW, andere overheden, bedrijven en fondsen.
De Rijksakademie van beeldende kunsten is een topinstituut voor kunstenaars die zich gericht verder willen ontwikkelen en streven naar verdieping, verbreding en versnelling in de beroepspraktijk.
De naam refereert aan de klassieke Akademia, de plek waar jonge en oudere wetenschappers en kunstenaars elkaar ontmoeten om kennis en ideeën te toetsen en uit te wisselen. In de kern is de Rijksakademie een artist residency: zestig kunstenaars uit de hele wereld kunnen er twee jaar werken in een eigen atelier.
Maar de Rijksakademie is meer dan een residency: ook een productieplatform en een internationale ontmoetingsplaats voor kunstenaars. De kwaliteiten van artists’ residencies en onderzoekscentra worden hier verbonden op het hoogste internationale niveau. Internationaal wordt de Rijksakademie wel geplaatst naast artist residencies als ‘Künstlerhaus Bethaniën’ in Berlijn en research centers als (onderdelen van) MIT te Boston, en naast postgraduate institutes als Goldsmith’s College (MA) in Londen.
Daarnaast organiseert de Rijksakademie de Prix de Rome, de grootste en belangrijkste ‘staats’prijs voor jonge kunstenaars en architecten in Nederland.
Midden jaren tachtig werd besloten tot andere huisvesting van de Rijksakademie en werd door de Rijksgebouwendienst de voormalige Kavalerie-kazerne aan de Sarphatistraat verworven.
Architect Koen van Velsen werd aangetrokken voor de ver- en nieuwbouw van de kazerne. De architectuur en infrastructuur van de in 1992 betrokken huisvesting weerspiegelt de opzet van de akademie. Het oude rechthoekige gebouw is een territorium van rust en concentratie. In de voormalige stallen is het merendeel van de technische werkplaatsen ondergebracht. Op de hoger gelegen verdiepingen en in de naastgelegen manege bevinden zich zestig individuele ateliers. Op het binnenplein zijn in twee nieuwbouwtorens onder meer de collecties, bibliotheek, kunstenaarsdocumentatie en projectruimten gehuisvest. De verschillende delen van het gebouw worden verbonden door glazen loopbruggen. Een daarvan loopt door naar een klein restaurant met uitzicht op het water van de Singelgracht.